Ik herinner me plotseling mijn leraar Duits van de middelbare school. Meneer Meenk was antroposoof en kettingroker, droeg liever gedichten van Goethe voor dan dat hij naamvallen uitlegde en vond filosoferen nuttiger dan woordjes opdreunen. Op een dag vroeg hij of Ella - een meisje met gouden engelenhaar en een lila vestje - in het midden van de klas wilde gaan staan. Iedereen draaide een kwartslag om zodat er twee groepen tegenover elkaar zaten. Ze moest haar armen omhoog steken en hij keek naar haar. ‘Stellen jullie je eens voor dat Ella een boom is. Een boom met lila bloemen, haar voeten de wortels, haar handen het blad, haar haren de kruin.’ We knikten nieuwsgierig. Hij wees naar één van de armen die naar boven reikte en vroeg: aan welke kant zit deze tak? ‘Links,’ schreeuwde de ene helft van de klas, ‘nee, rechts,’ stampte de andere helft van de klas. We hadden het over precies dezelfde tak. Meneer Meenk leerde ons denken.
Het stalletje zet ik naast de boom: een oude houten wijndoos waar de Bijbelse figuurtjes van blik die ik ooit in een fairtrade winkel in de Jordaan kocht, een plekje in het stro vinden. Een engeltje, drie wijze koningen, wat herdertjes, een vader en een moeder scharen zich als een breed gedragen coalitie rond het kindje. De drie wijzen bekijk ik aandachtiger dan andere jaren. Wat is nu eigenlijk wijsheid? Het is GroenLinks als nieuwkomer in de West Betuwe politiek de laatste weken regelmatig toegewenst, helemaal toen duidelijk werd dat we met zeer uiteenlopende partijen een gemeenschappelijke visie moeten gaan vormgeven. Waarom zijn die wijzen met z’n drieën? Omdat er niet één allesomvattende wijsheid is, maar de wijsheid bestaat uit gemeenschappelijke perspectieven, gedeelde inzichten en verbindende verlangens? Uit denken met elkaar?
Op 2 januari moet het allemaal duidelijk zijn. De eerste zondag na 2 januari is het feest van de Driekoningen. Ik hoop dat de nieuwe gemeenteraadsleden, net als de drie wijzen uit mijn stalletje, allemaal een beetje op meneer Meenk lijken.