Dat werd de afgelopen weken weer eens extra duidelijk tijdens de vele vergaderingen. Terugkerende woorden? Duurzaamheid, energietransitie, biodiversiteit, inclusie en burgerparticipatie. Natuurlijk kunnen deze woorden niet vaak genoeg klinken. Maar ... zodra de woorden verbonden moeten worden aan daden wordt er vaak nog even afgewacht, moeten beloften die al voor de harmonisatie waren gedaan toch nog maar goedgekeurd worden. Meer woningen in een nieuwe nog aan te leggen woonwijk? Tja, dan moeten er toch echt twee parkeerplaatsen per huishouden bijkomen en is er helaas minder plaats voor groen. Een mega geitenstal erbij? Ach, een gedane belofte in ruil voor bouwgrond kan niet meer ongedaan gemaakt worden. Biodiverse bermen? Tuurlijk, maar dan wel binnen de perken van netheid. Ingezonden brieven van meedenkende burgers die zich niet gehoord voelen? Voor kennisgeving aangenomen. Windmolens erbij? We wachten liever tot er straks nieuwe energiebronnen zijn....
Het gaat erom dat we nu beslissingen durven nemen die een andere manier van denken over een leefbare wereld voor ons allemaal op deze aarde inluiden. Dat we inzien dat dat alleen maar gaat lukken als we alle hokjes met elkaar verbinden, of het nu om wonen, recreëren, ondernemen of mobiliteit gaat.
Tijdens de afgelopen vioolles gebeurde er een klein wonder, de verschillende onderdelen van het muziek maken vonden elkaar: toon, intonatie en timing. Mijn buurmeisje begreep, nee voelde opeens hoe de noten van haar hoofd via haar handen in haar hart kwamen. We speelden een canon, ik zette een paar maten na haar in en – ook al speelden we precies dezelfde noten – het werd opeens een meerstemmige, gelijkwaardige compositie. Zolang we maar goed bleven luisteren naar elkaar.
Misschien is vioolspelen wel makkelijker dan gemeentepolitiek bedrijven ....