Zo blijkt dat de twee voorgestelde opvanglocaties van elk 150 vluchtelingen op grote weerstand van de omwonenden kunnen rekenen. Want: ‘we wilden toch juist kleinschalige opvanglocaties?’ Dan moet uitgelegd worden dat dit voor het COA wel degelijk kleinschalig is, dat het voldoet aan de eisen van COA en dat met deze constructie de gemeente niet hoeft te zorgen voor woonruimte, taalles, huisarts, OV enz. Want ook dat kwam uit de dialoogsessies en enquêtes naar voren: opvang mag geen druk geven op de woonmarkt en de voorzieningen. Al die afwegingen zijn dus meegenomen, maar worden niet zo begrepen.
Goede uitleg is daarom belangrijk, keer op keer en in begrijpbare taal. Niet eenmalig, niet alleen aan de direct omwonenden van een geplande locatie maar telkens weer aan alle inwoners van een kern. Met brieven, op duidelijk te vinden plekken in Het Kontakt en op de gemeentelijke website. We hebben het college opgeroepen hier meer werk van te maken.
Maar nog veel belangrijker is dat we als gemeente solidair zijn met andere gemeenten en onze verantwoordelijkheid nemen. Dat er geen terugtrekkende bewegingen komen en we ons met of zonder Spreidingswet blijven uitspreken voor humane opvang van vluchtelingen. Wij hebben daar schriftelijke vragen over gesteld die zijn opgepikt door een journalist van De Gelderlander. Het interview wat volgde is hier te lezen.