1. ervoor pleiten dat we als gemeente boeren en tuinders ondersteunen en adviseren bij nieuwe verdienmodellen voor natuur-inclusieve landbouw, biologische en kringloopproductie, energieleverende kassen, regionale afzetcoöperaties en vormen van recreatie en dienstverlening,
  2. diversiteit van gewassen promoten en monocultuur ontmoedigen, ook om kans op plant- en dierziektes te verminderen,
  3. het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen zo veel mogelijk verminderen en ontmoedigen, niet alleen in bebouwde kommen en bij nieuwbouw maar ook in het buitengebied en bij bestaande woningen; dit is nodig voor de biodiversiteit en de gezondheid van mens en dier,
  4. zo min mogelijk bomen kappen en bomen die uit veiligheidsoverwegingen of vanwege nieuw- of verbouw gekapt moeten worden vervangen door nieuwe bomen, en ervoor zorgen dat in 2025 minimaal één boom per inwoner is bijgepoot,
  5. agrariërs stimuleren om bomen of hagen (bijvoorbeeld vlechthagen) aan te planten en te onderhouden in de akkerranden,
  6. er alles aan doen om de grote oppervlakte aan gemeentelijke bermen en groenstroken zo snel mogelijk volgens Kleurkeur 2021 te beheren; er wordt dan in fasen gemaaid, de tijdstippen van maaien worden ecologisch verantwoord gekozen en het maaisel wordt afgevoerd, zo mogelijk in een samenwerking met inwoners (groenbrigades),
  7. alle burgers en boeren aanmoedigen om in akkerranden, groenstroken en stukken tuin gebiedseigen bloemmengsels te zaaien om insecten en vogels te trekken, die op hun beurt ook weer als natuurlijke bestrijders in de gewassen kunnen fungeren.