1. in iedere kern een openbare plek creëren, bijvoorbeeld een buurt(moes)tuin, een natuurspeeltuin, een ‘tiny forest’ (minibos) of een collectieve groene brink,
  2. vrijwillige groenbrigades oprichten die het gemeentelijke groen opfleuren en zo tegelijk aantrekkelijk maken voor bijen en insecten,
  3. zwerfafval steviger aanpakken door naar creatieve oplossingen te zoeken en het ‘leave no trace’ principe te introduceren op bijvoorbeeld de ‘Gastvrije Waaldijk’ waarbij toeristen hun eigen rommel mee gaan nemen,
  4. dorpshuizen behouden in de kernen,
  5. het aantal uitgaansgelegenheden voor jongeren uitbreiden.